De etnische en ruimtelijke conflicten die tot op heden zich afspelen op de Balkan vinden hun wortelen in de geschiedenis. Zo werden landen zoals Servië, Bulgarije en Griekenland veroverd door de Ottomanen maar bleven landen zoals Montenegro zelfstandig door de ligging (meer hierover in 'Landschap'). Natuurlijk leidde dit tot opstanden, en veel mensen waaronder veel Serviërs vluchtten naar Kroatië, waardoor er veel Albanezen naar Servië trokken. Zo ontstond uiteindelijk een volkenmengsel.

Door de Ottomanen ontstond er ook een nieuwe cultuurstroming op de Balkan: de islam. De meeste mensen waren oosters-orthodox. De Ottomanen beloofden dat als men zich bekeerde tot de islam, zij een stuk land zouden krijgen of minder belasting hoefden te betalen. Er kwam integratie en assimilatie op van de islamitische cultuur. Hierdoor ontstonden de Bosnische moslims, ofwel de Bosniakken, islamitische Albanezen en ook leven er nu nog steeds in Bulgarije veel islamitische Turken. 

Na afbrokkeling van het Ottomaanse Rijk vanaf 1700 werd de macht van Oostenrijk-Hongarije steeds groter. Door het nationalisme van Bosnische en Servische omstanders ontstond zo ook de Eerste Wereldoorlog en na 1918 viel Oostenrijk-Hongarije uiteen, wat ervoor zorgde dat veel landen federaties werden of autonomie kregen, zoals Griekenland, Servië en Bulgarije. Na het uiteenvallen van Joegoslavië ontstonden ook nieuwe staten, onder andere Kroatië en Macedonië. De laatste keer dat er iets veranderde was in 2006, toen Montenegro segregeerde van Servië.

Hiernaast is de verspreiding van de etnische groepen te zien.